Hepatitis C-virus (HCV) is een bloedoverdraagbaar virus dat de lever aantast en ontstekingen veroorzaakt. Het virus behoort tot de familie van flavivirussen en kan zowel acute als chronische leverinfecties veroorzaken. Acute hepatitis C treedt op binnen zes maanden na besmetting, terwijl chronische hepatitis C ontstaat wanneer het lichaam het virus niet kan opruimen en de infectie langer dan zes maanden aanhoudt.
Het virus verspreidt zich voornamelijk via direct contact met besmet bloed. De belangrijkste transmissieroutes omvatten het delen van naalden bij drugsgebruik, onveilige medische procedures, bloedtransfusies voor 1992, en in mindere mate seksueel contact. Risicofactoren zijn onder andere intraveneus drugsgebruik, HIV-infectie, dialyse en het hebben van tatoeages in onhygiënische omstandigheden.
In Nederland hebben naar schatting 25.000 tot 35.000 mensen een chronische HCV-infectie, met de hoogste prevalentie onder mensen die drugs gebruiken. Onbehandelde chronische hepatitis C kan leiden tot ernstige complicaties zoals levercirrose, leverfalen en leverkanker. Gelukkig zijn er tegenwoordig zeer effectieve antivirale medicijnen beschikbaar die in meer dan 95% van de gevallen tot genezing leiden.
Hepatitis C wordt vaak "de stille epidemie" genoemd omdat de meeste mensen met een acute infectie geen symptomen ervaren. Wanneer symptomen wel optreden, kunnen deze vergelijkbaar zijn met griepklachten en omvatten vermoeidheid, buikpijn, misselijkheid, verminderde eetlust en geelzucht. Deze vroege symptomen kunnen 2-12 weken na besmetting verschijnen.
Het asymptomatische verloop van chronische hepatitis C maakt de ziekte bijzonder gevaarlijk, omdat leverontsteking jarenlang onopgemerkt kan voortwoekeren. Veel patiënten ontdekken pas dat zij geïnfecteerd zijn wanneer er al sprake is van gevorderde leverschade.
De diagnose van hepatitis C gebeurt in twee stappen: eerst wordt er getest op HCV-antilichamen in het bloed, wat aantoont of iemand ooit in contact is geweest met het virus. Bij een positieve antilichaamtest volgt een HCV-RNA-test om te bevestigen of er sprake is van een actieve infectie.
Screening wordt aanbevolen voor mensen met verhoogd risico:
Een positieve RNA-test bevestigt een actieve infectie die behandeling vereist, terwijl een negatieve RNA-test bij positieve antilichamen duidt op een doorgemaakt infectie zonder actief virus.
De behandeling van hepatitis C is de afgelopen jaren revolutionair verbeterd door de introductie van moderne Direct Acting Antivirals (DAA's). Deze geneesmiddelen grijpen direct aan op het vermeerderingsproces van het HCV-virus en bieden uitstekende genezingskansen met minimale bijwerkingen.
DAA's zijn hochwirksame antivirale medicijnen die specifiek gericht zijn tegen het hepatitis C-virus. In tegenstelling tot eerdere behandelingen met interferon, zijn DAA's veel effectiever en beter verdraagbaar. De behandelduur is aanzienlijk verkort tot 8-12 weken, met succespercentages van meer dan 95% bij de meeste patiënten.
Volgens de Nederlandse richtlijnen wordt de behandeling aangepast op basis van het HCV-genotype, de aanwezigheid van cirrose en eerdere behandelgeschiedenis. Regelmatige monitoring tijdens de behandeling omvat leverfunctietesten en virale load metingen. Bijwerkingen zijn over het algemeen mild en kunnen hoofdpijn, vermoeidheid en misselijkheid omvatten. Contra-indicaties zijn beperkt, maar interacties met andere medicijnen vereisen zorgvuldige evaluatie door de behandelend arts.
In Nederland zijn verschillende hoogeffectieve combinatietherapieën beschikbaar voor de behandeling van hepatitis C. Deze medicijnen zijn ontwikkeld om verschillende HCV-genotypes te behandelen en worden volledig vergoed door Nederlandse zorgverzekeringen.
De keuze van medicatie hangt af van het HCV-genotype, leverconditie en eerdere behandelingen. Alle genoemde medicijnen tonen genezingspercentages van 95-99%. Nederlandse zorgverzekeringen vergoeden deze behandelingen volledig na goedkeuring door een specialist, waardoor toegankelijke zorg voor alle HCV-patiënten gegarandeerd is.
Hepatitis C wordt voornamelijk overgedragen via contact met geïnfecteerd bloed. Het is essentieel om risicosituaties te vermijden zoals het delen van naalden, scheermesjes, tandenborstels of andere persoonlijke verzorgingsartikelen. Bij medische of tandheelkundige procedures moet altijd gekozen worden voor steriele instrumenten.
Hoewel er geen vaccin tegen hepatitis C bestaat, wordt vaccinatie tegen hepatitis A en B sterk aanbevolen voor HCV-patiënten. Deze kunnen de lever extra belasten bij gelijktijdige infectie. Tijdens en na behandeling zijn levensstijlwijzigingen cruciaal:
Regelmatige medische controles blijven noodzakelijk, ook na succesvolle behandeling, om de leverfunctie te monitoren en eventuele complicaties vroegtijdig te detecteren.
In Nederland speelt de huisarts een centrale rol bij de eerste signalering en doorverwijzing van HCV-patiënten. Gespecialiseerde zorg wordt geboden in academische ziekenhuizen en MDL-klinieken (Maag-Darm-Lever) zoals het Erasmus MC, UMCG en Amsterdam UMC. Deze centra beschikken over multidisciplinaire teams van hepatologen, verpleegkundigen en ondersteunend personeel.
Patiëntenorganisaties zoals de Nederlandse Lever Patiënten Vereniging (NLPV) bieden waardevolle ondersteuning, voorlichting en lotgenotencontact. HCV-behandeling wordt volledig vergoed vanuit de basisverzekering, inclusief de nieuwe DAA-medicijnen. Voor kwetsbare groepen zoals mensen met een verslavingsachtergrond of daklozen zijn er specifieke zorgprogramma's beschikbaar via verslavingszorg en laagdrempelige medische faciliteiten. GGD'en bieden gratis screening en doorverwijzing, wat de toegankelijkheid van zorg voor alle bevolkingsgroepen waarborgt.